28 augusuts 2010. Die datum stond al lang op de agenda als zijnde het piekmoment van hun wielerseizoen: la Vélomédiane Claudy Criquielion of in ’t kort ‘de Crique’. Van Mark was het zijn vierde poging om ‘goud’ te behalen en van zijn broer Ringo de derde. De opdracht was gekend: 170 km, 21 cols en 3300 hoogtemeters in 5 uren en 50 minuten voor Ringo (-30) en in 6 uren 5 minuten voor Mark (+30). Ettelijke uren hadden ze al in elkaars wiel doorgebracht de laatste maanden en daar moesten ze vandaag de vruchten van plukken.
Dit jaar werd er ook door hun trouwste supporters alles aan gedaan om ze te laten slagen in hun opdracht. Er werd een vakantiehuis geboekt in de buurt van La Roche-en-Ardenne zodat ze niet in het holst van de nacht moesten opstaan om de verplaatsing te doen. We stonden langs het parcours om drinkbussen en eten aan te geven zodat ze geen tijd moesten verliezen aan de bevoorradingsposten. En, last but not least, er werd gesupporterd door al wie hen het meest dierbaar is. Als ze gespaard bleven van materiaalpech en als het weer wat meezat, kon het deze keer echt niet mislukken.
De broers waren heel vroeg in de morgen opgestaan om zeker niet te laat aan de aankomst te verschijnen. Dat ze op tijd waren, is zeker want de wedstrijd begon een uur later dan ze dachten. Geluk bij ongeluk want zo was er de tijd om een technisch mankement aan Marks fiets te laten wegwerken. Als alle supporters wakker waren en ontbeten hadden, vertrokken we met z’n allen naar het eerste punt van afspraak, op twee stratenvan het vakantiehuis. Daar zagen we hele zwermen wielertoeristen voorbij rijden. Op het eerste gezicht ging het er ontspannen en rustig aan toe. Nog voor onze twee helden gezien hadden, trok ik onderstaande foto. Toevallig is daar een collega van Mark op te herkennen.
Nadat enkele groepen ons voorbij waren gereden, konden we een glimp van Ringo opvangen die verscholen zat in een grote groep. Een paar minuten later reed Mark ons voorbij die er blijkbaar veel geruster in was want er was tijd voor een klein ‘contact’ met zijn zonen.
Volgende punt van afspraak was boven op de Samrée (na ongeveer 75 km). Daar werden we verwacht om drinkflessen uit te wisselen. In het kwartier dat ik daar stond te zwaaien met een drinkfles voor Ringo, kreeg ik 3 keer een goeiedag van iemand die ik ken. Ringo nam de fles aan in het voorbij rijden en Mark, die een vijftal minuten later kwam, nam de tijd om te stoppen en even gedachten te wisselen. Het ging goed. Het volgende punt van afspraak was Heyd, na een super lastige beklimming van col de Rideux en vlak voor de tweede bevoorrading. Omdat we na het vorige punt even naar huis waren gereden om de flessen opnieuw te vullen en onze boterhammen te smeren, waren we hen daar gemist. Het duurt even voor je zoiets door hebt maar toen er enkel nog enkelingen voorbij reden, was ik het wel zeker. We reden even met de stroom mee en namen dan de kortste weg naar Beffe. We stonden nog niet helemaal stil, als ik in de verte een glimp van Ringo kon opvangen. Met een drinkfles in de hand sprong ik uit de auto en liep hem tegemoet. Het was blijkbaar geen minuut te vroeg wan hij zat stikkapot. Hij kon amper twee woorden uitbrengen. “Slecht” op mijn vraag over hoe het ging en “ja” op mijn vraag als hij een gelleke moest hebben. Voorzien van alles zette hij zijn tocht moeizaam verder. Omdat we Mark ieder moment mochten verwachten, liet ik ook de rest uitstappen. Lomme zou deze keer de drinkfles aangeven maar Mark had ze niet meer nodig. Het einde was in zicht en hij zat zichtbaar fitter dan zijn broer. Na een voorlaatste stop in Deventage, waar we hen gewoon lieten voorbij rijden, trokken we naar de finish in La Roche-en-Ardenne om hen daar op te wachten. Het zag er meer en meer naar uit dat Ringo de tijdslimiet van 5 uren en 50 minuten niet ging halen. Kort nadat we de auto hadden geparkeerd, zoefde hij voorbij. Dat wou zeggen dat hij de laatste 10 km ei zo na even vlug had afgelegd als wij met de auto.
Op onze tocht (te voet) naar de finish reed ook Mark ons nog voorbij. De twee versleten mannen stonden ons tussen de massa op te wachten achter de eindstreep. Eéntje kon met zekerheid zeggen dat hij ‘Goud’ behaald had want de wedstrijd was nog altijd geen 6 uren en 5 minuten bezig. Voor Ringo daarentegen was het bang afwachten tot hij zijn ‘diploma’ kon gaan afhalen waarop zijn prestatie afgedrukt stond. Zichtbaar opgelucht kwam hij ons meedelen dat hij het gehaald had. 5 uren, 49 minuten en 4 seconden. 57 seconden meer was te laat geweest. Mark had met zijn 5 uren, 55 minuten en 4 seconden iets meer marge overgehouden.
We vierden de twee gouden medailles met een fles champagne en gingen later op de avond frietjes eten. De hele avond werd nagekaart over de wedstrijd en we kwamen telkens tot dezelfde conclusie: soms moet je een beetje geluk hebben. Een platte band of natte wegen en het kon er helemaal anders uitgezien hebben.
Proficiat heren!