Scholencross

Nog een laatste terugblik op september. Traditioneel de maand waarin de scholencrossen worden georganiseerd.  Zo ook hier in Tielt. Onze jongens stonden beiden te springen om mee te doen dus werden de inschrijvingen geregeld en door Mark een halve dag verlof aangevraagd. Lomme verkondigde aan iedereen dat hij ging winnen – aan ambitie geen gebrek bij die kleine – en uiteindelijk zat hij er niet ver naast. Hij werd tweede. Warre wist op voorhand al dat hij de duimen zou moeten leggen voor zijn vriend Wout en eindigde ergens in de buik van het pak.

Moederdag met een bloedend hart

Ter afsluiting van het voetbalseizoen organiseert VV Tielt jaarlijks een jeugdtornooi.  Terwijl lomme door twee ploegen gevraagd werd (U6 en U7), was er voor Warre geen plaats in de selectie.

Warre zelf zag het nochtans helemaal zitten. Het waren de laatste matchkes van het jaar en ze hadden de week voordien met de ploeg al plannen zitten maken om na afloop iedereen in de douches te gooien: trainer, delegee, en iederen die zich naar de kleedkamer durfde te begeven.  Ik ga het telefoongesprek dat ik gevoerd heb met de trainer niet herhalen maar het kwam er dus op neer dat hij het tornooi op eigen bodem wilde winnen en dat Warre daar geen onderdeel van kon zijn. Man, ik heb geweend! Hoe kon iemand mijn zoon zoveel onrecht aandoen? Gelukkig was ik degene die er het zwaarst aan tilde. Terwijl ik de trainer tijdens het tornooi het liefst zoveel mogelijk meed, is Warre er gewoon naartoe gestapt om hem de gebruikelijke hand te schudden.

Lomme mocht dus wel spelen. Tijdens de voormiddag speelde hij het tornooi bij U6 en tijdens de namiddag bij U7.  Ik dacht dat zou gaan voor hem maar ik heb m’n mening moeten herzien.  Tijdens de voormiddag ging het uitstekend. Hij stond alert in de goal, speelde goed en maakte zelfs een paar mooie doelpunten. ’s Namiddags liep het al wat minder vlot. De tegenstand was beter, de ploeg draaide niet zoals het zijn moest en Lomme was gewoonweg moe. Hoe sterk hij ook is, 8 keer een halfuur voetballen op één dag is ook voor hem te veel.  Dat weten we nu ook weer, zie.

Prali… Oeps!

Over de geschenkjes voor moederdag hielden de jongens weer de lippen stijf op elkaar.  Geen regel tekst kreeg ik te horen en ook geen tip over de knutsels die ze gemaakt hadden.  Lomme was wel eens met een set kleren onder de chocolade thuisgekomen maar ook dan geen woord over moederdag.

Toen ik de jongens op vrijdag ging halen op school, kwam Lomme triomfantelijk met een versierde pralinedoos naar me toe gestapt.  Het witte doosje was beplakt met confetti en stevig toegebonden met een set fleurige linten.  Een zelfgeschreven briefje met ‘VOOR DE LIEFSTE MAMA’ aan de voorkant en ‘LOMME’ aan de achterkant hing er met één klein stukje plakband aan vastgemaakt.  “Hebben jullie snoepjes gemaakt voor de mama’s?“, vroeg ik.  Lomme wist duidelijk niet als hij ja of nee moest antwoorden.  Enerzijds wilde hij niet verklappen was de inhoud was en anderzijds wilde hij ook niet liegen.  Nog een geluk dat Warre tussenbeide kwam of Lomme had het verklapt.

Van Warres cadeautje was geen spoor en toen hij thuis kwam, griste hij vlug iets uit zijn boekentas om er mee naar zijn kamer te verdwijnen.

“Lomme, denk je dat het nodig is dat ik je doosje in de koelkast zet?”, wilde ik nog weten.  In zijn antwoord floepte “prali…” uit de mond van Lomme en als ik het niet had vervolledigd was het waarschijnlijk niet zo’n drama geweest maar ’t was gebeurd.  Lomme had zich versproken.  Wat volgde was een kwartier hartverscheurend gejammer.  Geween met tranen en al. Ontroostbaar was hij.

Op moederdag zelf was er een niet veel tijd om want een dag aan de zijlijn van het voetbalveld was mijn deel.  Net op die dag organiseerde VV Tielt zijn jaarlijks jeugdtornooi en met Lomme werden wij zowel in de voormiddag als in de namiddag op het voetbalveld verwacht.  Tussen de kruimels van een heerlijk ontbijt werden de pakjes naar mij toegeschoven en de teksten opgezegd.

In Lommes doos zaten dus 12 zelfgemaakte truffels.  Hijzelf maakte de zwarte met nootjes.  Ik heb ze geproefd.  Ze waren lekker maar de gedachte dat die truffeltjes door die vele kleuterhandjes gegaan waren, gaven ze toch een nare nasmaak.  Ondanks dat doe ik mijn hoed af voor Lommes juf die erin geslaagd is om met haar kleuters zo’n verzorgde truffels klaar te maken.

Moederdag

Moederdag MOET je wel vieren,
want jij maakt alles zo fijn!
En ik kan eerlijk niet geloven,
dat er NOG lievere mama’s zijn. 

Warre had een kunstwerkje op doek gemaakt met op de achterkant volgende tekst:

Was ik maar een tovenaar, dan toverde ik hier
een dag, een week, een maand, een jaar vol vreugde en plezier.

Kon ik toch maar toveren, dan toverde ik snel
een nieuwe fiets en ook een bal, want ja, die wil ik wel.

Een kunstenaar met pen en verf dat ben ik ook wel graag,
‘k maakte voor jou een schilderij voor moederdag vandaag.

Oh, kijk, ‘k ben toch een tovenaar, want met mijn kunst en dit gedicht
tover ik, hocus pocus, pats, een lach op jouw gezicht.

Lieve zoen, Warre 

En of ze mij gelukkig maken, die twee zonen van mij!

Mijn jongens op zondag…

… dat is samen TV kijken,

samen de zondagskrant doornemen,

samen wilde spelletjes uitvinden (de voordeur is de goal, wie scoort die staat),

samen binnen spelen,

samen buiten spelen,

en samen onnozel doen.

Het is zalig om ze zo een hele dag samen bezig te zien.

Vriendjes

Of onze twee zonen eens wilden gaan logeren tijdens de paasvakantie?  De mail kreeg ik weken geleden al omdat de mama van Warres klasgenoot en vriend ervan op de hoogte is dat ik het opvangschema voor de vakanties lang op voorhand moet indienen.  Ik gaf aan wat de mogelijkheden waren en niet veel later kreeg ik een heel aanlokkelijk voorstel in m’n mailbox.  “Je brengt de jongens maandag voor je gaat werken tot bij ons, maandagavond blijven ze slapen, dinsdagmiddag, als je klaar bent met werken, kom je eten en als het weer het toelaat, doen we ’s namiddags nog iets leuks.”  Ik nam het voorstel met beide handen aan en samen met de jongens keek ik uit naar die eerste maandag van de paasvakantie.

Het klikt al langer goed met de ouders van Warres vriend.  Zij met hun drie kindjes en wij met onze twee kwamen elkaar regelmatig tegen; aan de schoolpoort, in de sportclub, in de jeugdbeweging, …  Meer en meer zochten we elkaar op voor een babbel en voor we het wisten, kwamen we bij elkaar over de vloer.  Op die manier is er een soort vriendschap gegroeid.  Zomaar uit het niets.  We zijn er zelfs samen op uit getrokken toen de vijf kabouters op weekend waren.

Zoals afgesproken dropte ik dus mijn twee jongens aan de voordeur van de klasgenoot en ging ik werken.  Na het werk pikte ik er Lomme op omdat die op een ander tijdstip moest trainen dan Warre en z’n vriend maar voor de rest moest ik mij niets van hem aantrekken want de mama zou hem dan wel weer afhalen.  En zo hadden we opeens een kinderloze avond met een zee van tijd.  Om halfnegen zaten we al naar de klok te kijken of het nog geen tijd was om te gaan slapen. Dinsdagmiddag ging ik dus poolshoogte nemen van hoe het was geweest.  Ik werd er ontvangen door niets dan blije gezichten.  De kindjes omdat ze het er zo naar hun zin hadden en de ouders omdat ze het zo goed gegaan was.  (Ik vind dat dus tricky om mijn kinderen aan iemand anders toe te vertrouwen.  Niet omdat ik die mensen niet vertrouw maar omdat ik schrik heb dat de jongens zich niet gaan gedragen of dat – in dit geval – ze zullen merken dat mijn jongens niet zo zelfstandig zijn als die van hen.  Op zo’n moment begin ik dus te twijfelen aan de opvoeding die we onze kinderen geven.)  Als ik die mensen mag geloven, is het een plezier om die zonen van ons in huis te hebben.

Het was al een stuk in de namiddag als we ons klaarmaakten om samen naar het bos te gaan toen ik telefoon kreeg van de mama van een klasgenootje van Lomme.  Haar zoon had haar blijkbaar gesmeekt om mij te bellen met de vraag of Lomme  mocht gaan spelen.  Lomme twijfelde nog even – het kind kan toch zo moeilijk keuzes maken – maar toen ik de mama aan de andere kant zei dat ik hem ging brengen, begon hij al te blinken.  Wij dus met de fiets naar de andere kant van ’t stad.  Tijdens het afscheid van Lomme drukte de mama van ’t vriendje mij meermaals op het hart dat ik mij dus niet moest haasten.  Het mocht gerust wat later zijn.

Na een wandeling, een bezoekje aan de speeltuin en een ijsje in het bos, werd het hoog tijd om afscheid te nemen van gastgezin één en om gastgezin twee te verlossen van ons jongste.  Opnieuw werd ik heel hartelijk onthaald en moest ik zeker even binnenkomen want Lomme ging net mee aanschuiven aan tafel.  Er werd een glas ingeschonken en een hapje uit de kast gehaald.  Ook hier niets dan lof over onze zoon en met een volgende afspraak op de kalender keerden we veel later dan voorzien terug naar huis.

Eén namiddag weg van huis, omringd door fijne mensen, was voldoende voor een instant-vakantiegevoel.  Die zonen van ons bezorgen ons geweldige nieuwe contacten.  Ik heb trouwens veel bewondering voor die mensen die er zomaar een paar kinderen bijnemen alsof het niets is.  Ik vraag me soms af of ik de enige ben die er moeite mee heeft om die weinige vakantie die ik heb te spenderen aan extra kinderen in huis?

Rapporttrauma

Toen ik in het eerste leerjaar zat, deelde ik de klas met twee jongens die hun jaar overdeden en met het tweede leerjaar dat eveneens drie leerlingen telde.  Ik was dus de enige die nog moest leren rekenen en schrijven.  Op mijn trimestriële rapporten niets dan lof maar telkens weer diezelfde opmerking: “Annelies moet wat sneller werken”.  Ik werd waarschijnlijk verondersteld het tempo van die andere vijf te kunnen volgen.

Mijn rapporttrauma borrelt nog regelmatig op, zeker nu ook Warre afstevent op één.  Warre doet het nog altijd heel goed in de klas en moet amper een paar procenten prijsgeven en toch moet op elk rapport diezelfde opmerking meegegeven worden.

We weten ondertussen ook wel dat Warre zijn naam niet gestolen heeft en dat hij als een groot warhoofd door het leven gaat en toch krijgt hij dit bij elk klascontact en op elk schoolrapport op zijn boterham; waarschijnlijk bij gebrek aan andere opmerkingen.  Gelukkig ligt het kind er niet van wakker… en wij ook niet.

KSA-weekend

Nog nooit had ik zoveel twijfels als in die week die voorafging aan het kabouterweekend van de KSA.  Ik had namelijk alle twee mijn zonen ingeschreven.  Alle twee!  Ook die kleine pruts van nog geen zes.

Veel te vaak wordt hier van hem verwacht dat hij kan en doet wat zijn broer hem voordoet.  Zo kon het kind zijn jas aandoen nog voor hij twee was, moest en zou hij fietsen op zijn derde verjaardag, om nog maar te zwijgen van zijn eerste wedstrijd die hij reed op viereneenhalf en voor de voetbalstage die hij vorig jaar volgde was hij eigenlijk ook nog een jaar te jong.

Toen hij in september zijn eerste stappen zette in de jeugdbeweging werd ervan uitgegaan dat hij ook op weekend zou vertrekken.  Echt enthousiast waren ze alle twee niet maar hoe dichter het weekend kwam hoe beter het ging.  Ik denk dat ze gewoon veel steun hadden aan elkaar en aan hun vriendjes die ook ingeschreven waren.  Hoe enthousiaster zij werden hoe groter de knoop in mijn maag. De valiezen werden gemaakt en door een communicatiefout tussen hun vader en ik vertrokken we noodgedwongen te voet naar de plaats van afspraak.

Bij de briefing aan de lokalen was kleine Lomme nog enthousiast en liep hij dolgedraaid mee met zijn broer en vriendjes.  Toen we een uur later in Leisele afscheid moesten nemen, leek het er op dat hij ons niet los zou laten.  Hij sprong van de één naar de ander en bedolf ons met zoentjes en knuffels.  Toen werden zijn ogen rood en even dacht ik dat we samen een potje zouden wenen maar hij vermande zich en liep zonder omkijken richting de groep kabouters.

Ik heb nog een halve dag ongemakkelijk gelopen.  Bijna constant moest ik aan mijn twee zonen denken.  Ik verveelde me en liep verloren zonder hen.  Was dit nu waar ik zolang naar uitgekeken had – ik moet daar eerlijk in zijn – een rustig, kinderloos weekend?  Wel, het kon niet snel genoeg zondagmiddag zijn.

Als één van de eersten stonden we terug op de boerderij waar we onze jongens twee dagen voordien achtergelaten hadden.  Een spel was nog in volle gang en toen ik Lomme aanspoorde om even dichterbij te komen, schudde hij het hoofd.  “Ik moet nog een spelletje doen.”

Even later mochten we eindelijk onze zonen terug in de armen sluiten en meenemen naar huis.  Moe, versleten, pottezwart en weer een ervaring rijker.  Echt enthousiast waren ze niet maar uit de weinige flarden die we opgevangen hebben, kunnen we afleiden dat het toch een klein beetje leuk was.

De valies was bijna compleet.  Slechts een bad- en een keukenhanddoek ontbraken.  Uit de vuile was kon ik nog afleiden dat Lomme, in tegenstelling tot zijn broer, elke dag verse kleren had aangetrokken.  Warre droeg bij thuiskomst nog dezelfde kleren als toen hij vertrokken was, onderbroek inclusief.  Wie is hier de plantrekker?

Vuil

Het werd ons vroeger niet altijd in dank afgenomen als we met kleren vol modder naar huis kwamen na een middag KSA.  Meestal viel dat samen met het moment dat ons moeder het laatste kuiswater naar buiten trok.  Ik heb dan ook menig keer  m’n kleren buiten uitgetrokken en op het terras achtergelaten.

Hier krijgen de jongens een dubbele opdracht mee als ze naar KSA vertrekken: het de leiders lastig maken – sorry jongens – en zich vuilmaken.  Dat eerste zal wel meevallen, denk ik, maar ik kijk er dus al niet meer van op als ik de twee smerigste kabouters mee naar huis mag nemen.

Leontje

Warre en Lomme keken er heel erg naar uit.  Hun neefje Leon mocht komen spelen en slapen.  Het ideale moment om de LEGO nog eens boven te halen, wetende dat Leon een fervente LEGO-fan is en hopend dat de onze hun berg LEGO herontdekken.  En terwijl zij speelden, maakte ik de inventaris op.  Elk product werd tot in detail hermaakt om te zien welke stukjes ontbreken.  Zelfs als de drie al lang in dromenland zaten, was ik nog door de losse blokken aan ’t grabbelen.  Tegen deze middag kon de balans worden opgemaakt: slechts twee blokjes ontbreken of werden nog niet gevonden.

 

Onze logé is trouwens ongelooflijk flink geweest en zijn neefjes hebben zich ten volle over ‘Leontje’ ontfermd.  Mijn vrees om iets vroeger te moeten opstaan (Leon is een vroege vogel) was totaal ongegrond. Om acht uur deze morgen ben ik zelf even gaan piepen in de kamer als daar niemand lag te koekeloeren maar ze sliepen nog alle drie als roosjes.  Pas een kwartiertje later kwam het drietal naar beneden en konden we na het ontbijt verder doen met wat we de avond ervoor gestopt waren.

De liefde voor mijn slapende jongens

Nog steeds sluip ik elke avond de kamer van mijn jongens binnen.  De ene keer blijf ik al wat langer hangen dan de andere.  Soms vind ik ze zo adembenemend mooi en kan ik wel minutenlang blijven genieten van hun slapend gezicht.  Voor ik wegga,  trek ik hun donsdeken tot over hun schouders, neem ik ze nog even vast en druk ik ergens een kus op hun gezicht.

Wat ik zo mooi vind bij Lomme is dat zijn handje dan even opspant om dan weer zachtjes open te vallen.  Ondertussen lijkt hij even te verzuchten en ademt hij lang uit door zijn neus voor hij weer rustig verder slaapt.

Bij Warre gebeurt het soms dat hij even zijn ogen opentrekt als ik hem in een iets comfortabeler positie leg.  Dan slaat hij zijn arm rond mijn nek voor een knuffel, draait hij zich om en gaat dan met een gelukzalige glimlach om zijn mond verder slapen.

Mooier dan dat kan ik het mij niet inbeelden.

Cool down

Vrijdag.  Dag van de jeugdbeweging.  De jongens vullen een uitzonderlijk moment van rust elk op hun eigen manier in.  Uitblazen van een drukke schoolweek maar tegelijkertijd ook stilte voor de storm die het weekend met zich meebrengt.  Op zo’n moment kan het hier uren stil zijn in huis.

Het crossseizoen is open

Ik weet nog hoe opgelucht we allemaal waren daar in Stasegem toen de laatste cross van het seizoen gereden was.  Iedereen – organisatie, deelnemers en supporters – had er eventjes genoeg van om week na week, soms twee keer op een weekend, weer en wind te trotseren en zich ergens in Vlaanderen meester te maken van één of andere modderpoel.  Een week later, tijdens de souper en prijsuitreiking van de LRC, werden bij het Tomabel Cycling Team alweer stoere plannen gesmeed om de zomer te overbruggen en fitter dan ooit aan de start te komen van het nieuwe seizoen.

Dat nieuwe seizoen kende zijn start in Zele op 1 en 2 oktober met maar liefst 14 deelnemende Tomabellers, 1 geblesseerde en een schare supporters.  Onder de deelnemers niet alleen Mark en Lomme maar vanaf nu ook Warre die het virus ondertussen ook goed te pakken heeft.  Op zaterdag kon de cross er voor de jongens echt niet meer tussen dus trok Mark alleen ten velde en kwam hij terug met zijn handen vol blaren.  Tsss… die bureauhandjes hadden het door de warmte duidelijk hard te verduren gehad.  Op zondag trokken we met het hele gezin, een persoonlijke verzorger/mecanicien (de geblesseerde Tomabeller) en drie fietsen op het rek richting het zonnige Zele.  Terwijl Mark en de jongens het parcours verkenden, nam ik de inschrijving voor mijn rekening.  Warre kreeg het nummer 33G toegewezen en bij Lomme liet ik hetzelfde nummer optekenen als vorig jaar: 45G.  Hun seizoen kon beginnen.

Niet veel later werd het fluitsignaal gegeven en schoten de renners tot en met 8 jaar het veld in.  Mijn jongens nestelden zich in de tweede helft van het pak.  Warre kwam er als eerste door in een klein groepje en Lomme niet veel later met een stuk of drie lotgenoten.  Alletwee deden ze hun uiterste best om hun groepje bij te houden.  Naar het einde van de wedstrijd toe (dit is na ongeveer 15 minuten) reden ze bijna in elkaars wiel naar de eindstreep.  Warre eindigde als 23ste (van de 29) en Lomme als 24ste.

Voor Mark kwam het er op aan om de pijn aan zijn handen te verbijten en de wedstrijd uit te rijden.  Na drie kwartier wedstrijd reed hij als 25ste over de eindstreep.

Van het zonnige Zele kwamen we gisteren in het kille Stasegem terecht.  Na de zwemles in Tielt en een voetbalmatch in Zedelgem kwamen we 10 minuten voor tijd in Stasegem aan voor de wedstrijd van de -9 jarigen.  We hadden nog net de tijd om de fietsen van het rek te grissen en onze jongens naar de start te begeleiden.  Na een halve ronde kwam Warre er als eerste door met Lomme in zijn wiel.  Bij de volgende passage zat Lomme aan kop van een grote groep en Warre er ergens middenin.  Lomme had duidelijk een betere dag dan Warre (ondanks de voetbalmatch) en bouwde zijn voorsprong lichtjes op.  Lomme had er duidelijk zijn plezier in dat Warre (31ste) enkele plaatsen na hem (27ste) over de eindstreep reed en kon dat moeilijk wegsteken.  Zijn gezicht sprak boekdelen.  *Stoefer!*  Ondertussen hadden wij onze handen vol om een ontgoochelde Warre lof toe te zwaaien.  Gelukkig nam Warre het goed op en kijken ze alletwee vol verwachting uit naar de volgende wedstrijd.

Voor meer foto’s en de resultaten van de andere Tomabellers kan je hier terecht.